Van Vochtplekken tot Oranjetompoucen
- Marielle
- 19 jun
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 27 jun

In deze column vertel ik over onze chaotische, herkenbare en grappige campingavonturen als gezin.Verwacht geen perfect plaatje, maar wél chaos, bijzondere types op je veld en weinig rust.
Ons allereerste weekendje weg met de camper. Tweedehands gekocht via Marktplaats, 7,5 meter lang, stapelbed, met een snufje vochtschade — vandaar dat ‘interessante prijskaartje’. We spraken af: we proberen het een jaartje. Bevalt het? Dan pakken we die vochtschade met liefde aan. Zo niet? Dan zetten we ’m gewoon weer met frisse tegenzin op Marktplaats (“lichte gebruikerssporen”).
Dus daar gingen we. Het weer: grijzig, 16 graden en twijfelachtig droog. Maar hé, kamperen doe je met karakter. Wij – twee moeders, twee kinderen – rijden het veldje op. De sfeer was goed, de kinderen hyper, de koffie op.
Tot we zagen dat we achteruit een heuveltje op moesten parkeren. Natuurlijk.
Nog voor we überhaupt begonnen waren, kwamen de eerste mannen uit hun tenten gerold. Shirtloos, koffie in de hand, die blik van ‘dit wordt natuurlijk helemaal niks’.
Maar we deden alsof we dit dagelijks deden.
Eén van ons buiten, met overdreven zelfverzekerde armgebaren. De ander achter het stuur, zelfverzekerd. Dat moest toch lukken?! En wat denk je? Het ging als een zonnetje. Binnen twee minuten stond de camper op z’n plek. Wij stonden. De buren dropen teleurgesteld af naar hun klapstoelen. Sorry mannen, geen show vandaag.
’s Nachts besloot ik met onze dochter van twee maanden in de alkoof te slapen. Lekker handig, dacht ik. Borstvoeding binnen handbereik, knus, moeder-dochtermomentje. In werkelijkheid: een benauwd hok waar je in ligt als een croissant in z’n verpakking.
En toen… tijdens het voeden: BLEEEGH. Noa leegde haar maaginhoud zonder waarschuwing. Over mij. Over zichzelf. En over de enige slaapzak die we mee hadden. Het was 3:27 uur. Je zit in je onderbroek, op vijf centimeter schuimrubber, met een natte baby in je nek, en denkt: is dit nou dat vrije buitenleven waar iedereen zo lyrisch over doet?
De volgende ochtend: frisse moed! Koningsdag! Dat is leuk, toch?
Wat we aantroffen was een oranje chaosgebied. Overal kleedjes, kinderen die Playmobil probeerden te verkopen voor 10 cent (“maar het is wel compleet hoor, op het hoofdje na”). Rijen voor schmink die langer waren dan de wachttijd bij de huisarts. En een animatieteam dat eruitzag alsof ze die nacht in een nat springkussen hadden geslapen. Onze oudste wilde ineens clown worden. De jongste had opnieuw gespuugd. Wij besloten dat dit hét moment was voor koffie. En oranje tompoucen. Twee. Groot. Met extra zelfmedelijden.
’s Avonds keerden we terug naar ons rijdende huisje. Lauren had de hele dag gerend, geklommen, gesmeerd, gegeten, gevallen, geschminkt en geshopt. Je denkt dan: die valt om van de moeheid.
Maar nee.
De een had ineens “nog een beetje honger” en haar grote teen “raar aanvoelen”. We zongen. We wiegden. We kriebelden over zachte ruggetjes.
Twee uur later: stilte.
Buiten was het inmiddels 10 graden. Iedereen zat warm in hun caravans met voortent, waxinelichtjes en heaters. Wij zaten binnen. In dikke truien, onder een deken, spelletje aan tafel. Toch best knus. Toch een beetje trots.
En ja, je betaalt dus serieus geld voor een stukje gras met een stroompaaltje. Maar je krijgt er een glijbaan bij, een animatieteam met licht slaaptekort, een herinnering en een klein trauma voor terug. Dat is toch pure luxe?
Tot de volgende editie, waarin ik je vertel welke verrassingen oude wat oudere camper voor me in petto had.
Comments